Successiewet 1956
Artikel 53a
1
Indien na het opleggen van de aanslag of de conserverende aanslag, ten gevolge van de verdeling van de nalatenschap wijziging komt in de gerechtigdheid tot de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 35b, vinden op verzoek van de verkrijger wiens gerechtigdheid tot de genoemde vermogensbestanddelen toeneemt, de bepalingen van hoofdstuk IIIA toepassing op basis van de aldus ontstane gerechtigdheid. De aanslag onderscheidenlijk de conserverende aanslag worden opgelegd op basis van, dan wel in overeenstemming gebracht met, de gerechtigdheid zoals die op grond van de in de eerste volzin bedoelde verdeling is ontstaan.
2
Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, en de nieuwe verzoeken voor de toepassing van artikel 35c, geschieden door het doen van aangifte binnen acht maanden nadat de in het eerste lid bedoelde verdeling heeft plaatsgevonden.
3
Dit artikel vindt slechts toepassing indien de verdeling van de nalatenschap heeft plaatsgevonden binnen twee jaren na het overlijden van de erflater.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BB2403, Eerste aanleg - meervoudig, 07/803
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
09-08-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank ArnhemSchenking tot stand gekomen onder invloed van wederzijdse dwaling. De vernietiging van de schenking werkt ingevolge artikel 3:53 van het BW terug tot het tijdstip waarop de schenking is gedaan. Aanslag recht van schenking kan niet in stand blijven omdat hiervoor geen grondslag bestaat. Artikel 6:228,...